BRUSSELS PARLEMENT – Nadat de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering donderdag in het Brussels Parlement werd voorgesteld door minister-president Rudi Vervoort, was het de beurt aan de politieke fracties om hun kijk op de zaken te geven. Carla Dejonghe, Brussels Parlementslid en fractievoorzitster van Open Vld Brussel, had bij deze laatste begrotingsoefening van de legislatuur een dubbel gevoel. "Van bij de aanvang van deze legislatuur, net als in het verleden, hebben we eindeloos herhaald dat om te investeren, je moet besparen. Dat sommigen minister Gatz nu verwijten dat hij plots met onredelijke en politiek onhaalbare besparingen komt, slaat nergens op." Lees hieronder haar volledige tekst.
Beste Collega’s,
Beste Excellenties,
Ik zou graag willen beginnen – zoals het blijkbaar gebruikelijk is in een grote Vlaamse Stad – met een Latijnse spreuk: “Nil Volentibus Arduum” (afgekort N.V.A.). Voor de collega’s die geen Latijn deden: ”Niets is onmogelijk voor hen die willen”. En de wil was er om in deze moeilijke omstandigheden tot een evenwichtige en door iedereen gedragen begroting te komen.
Bij deze laatste begrotingsoefening van de legislatuur heb ik een heel dubbel gevoel. De afgelopen jaren heb ik hier telkens in oktober een oproep gedaan aan de minister-president om zijn ploeg aan te zetten tot de afgesproken besparingen. Want na tijden van grote uitgaven met een negatieve budgettaire weerslag ingevolge de afgelopen crisissen, is besparen de conditio sine qua non om later opnieuw te kunnen groeien. Wieden en snoeien. Je komt er niet onderuit. Ik heb dit telkens herhaald namens Open Vld.
Wij moeten allemaal weerstaan aan de sirenenzang van:
- zij die enkel willen scoren en communiceren met extra uitgaven, zeker nu aan de vooravond van de verkiezingen;
- zij die hun verantwoordelijkheid liever ontlopen en de stijgende schuld willen doorschuiven naar de volgende generaties.
Ja, beste Collega’s, beste Excellenties, desnoods moeten wij, net zoals Odysseus, ons vastbinden aan de mast, om budgettair op koers te blijven. Of om het nogmaals op de Ska-ritmes van de The Specials te zeggen: “Better think of your future. … A message to you, Rudy”! De begroting is het kompas voor de toekomst van het Gewest.
Ik viel bijna van mijn stoel toen ik op Bruzz las: “Sommige meerderheidspartijen verwijten Gatz dat hij, na vier jaar aanmodderen met de begroting, nu, aan het einde van de legislatuur, plots met onredelijke en politiek onhaalbare besparingen komt aandraven.”
Dit slaat nergens op. Van bij de aanvang van deze legislatuur, net als in het verleden, hebben we eindeloos herhaald dat om te investeren, je moet besparen. Als je een ministerpost aanvaardt, aanvaard je ook de verantwoordelijkheid ervan. Dat lijkt blijkbaar niet bij iedereen even sterk door te dringen. We hebben bij elke oefening aangedrongen op besparingen, op respect voor het uitgestippeld begrotingstraject dat we allen samen hebben afgesproken.
Laten we stoppen met te zeggen “wir haben das nicht gewust”, we moeten allemaal onze verantwoordelijkheid opnemen.
Ik zei het al: we hebben een dubbel gevoel. We zijn verbaasd door dergelijke uitspraken, waarvan ik hoop dat ze voortvloeien uit verkeerde veronderstellingen van de journalisten … Maar we zijn wel tevreden dat de regeringsploeg afgelopen zondag geland is. En dit binnen een duidelijk kader, met een duidelijk akkoord inzake het schuldplafond, met hervormingen en besparingen op de werking, en met een tekort dat wordt teruggedrongen. Voor je de bocht maakt, moet je remmen… anders vlieg je uit de bocht. Met het schuldplafond, de hervormingen en besparingen remmen we. De bocht wordt gemaakt, zodat we de toekomst kunnen voorbereiden.
Geen enkele begroting in België is vandaag in evenwicht. Het communautair spelletje om de deelstaten tegen elkaar uit te spelen, is zinloos. In het belang van de nationale economie gaan we vroeg of laat zonder taboes het debat over de financiële stromen moeten voeren.
Ik verwijs even tussendoor graag naar de oefening die het Parlement op onze vraag in commissie Financiën heeft gemaakt hierover. Professor Willems Sas is de financiële stromen in ons land nogmaals helder komen toelichten op basis van de cijfers van de Nationale Bank van België. Brussel is samen met Vlaams-Brabant en Waals-Brabant een nettobetaler aan België. Dus we moeten stoppen met die mythes over Brussel te voeden als zouden we een economische woestijn zijn, een financiële Limburgse steenkoolmijn. Beste Collega’s, dit klopt niet. De jaarlijkse rating van Standard and Poor’s van ons Gewest, vergelijkbaar met de Vlaamse score, bewijst dit. Ik heb ook het afgelopen jaar in dit parlement gevraagd om vanuit perspective.brussels veel meer onderzoek te doen naar economische en sociale evoluties op basis van statistisch relevante criteria. Appelen met peren vergelijken - Vlaanderen met Brussel - versterkt de mythes en desinformatie over financiële stromen. We moeten op basis van Europese relevante statistische afbakeningen steden met steden vergelijken, en metropolitane zones met metropolitane zones.
Ik geef altijd graag het voorbeeld van de veel geciteerde werkzaamheidsgraad. Die ligt in Antwerpen even hoog als in Brussel. Aangezien mensen die een job vinden aangetrokken worden door de rand van de stad, is het vooral interessant te weten wat de werkzaamheidsgraad is in de ‘Brussels Metropolitan Region’ in vergelijking met Antwerpen en haar economische Rand, bijvoorbeeld.
Degenen die de mythes bewust voeden, mikken op korte termijn op politieke en electorale winst of ze hebben hun geld al lang ingezet op de ontmanteling van ons land, desnoods net als de Britten bij de Brexit, ten koste van hun eigen welvaart.
Maar ik keer terug naar de kern van de discussie vandaag. De begroting. Ik ga dus niet in op alle andere politieke voorstellen uit de beleidsverklaring. Wel op de begroting. Dat is het hart van de besprekingen want zonder begroting ook geen beleid.
Zoals ik al hiervoor stelde: geen enkele begroting is in ons land in evenwicht. Dat is uiteraard het gevolg enerzijds van de naweeën van de afgelopen crisissen waar de Brusselse Hoofdstedelijke Regering haar verantwoordelijkheid heeft genomen, en anderzijds van onze beslissing om strategische investeringen te doen. Dit was een keuze bij het begin van deze legislatuur, net als in de andere deelstaten. En het was ook een verstandige keuze gezien de bijzonder lage rentevoeten waardoor investeren in groene groei zichzelf altijd terugverdient. We moeten hier geen spijt van hebben, maar vanaf 2025 zal dit niet meer buiten de begroting kunnen. Dat is ook duidelijk.
Het is uiteraard ook het gevolg van de opeenvolgende crisissen die we sinds 2020 kennen. Net als alle andere entiteiten hebben we die, tous partis confondus, goed aangepakt: COVID, Oekraïne, de energiecrisis… We hebben onze bedrijven en inwoners in deze crisissen gesteund en hun koopkracht behouden. Ik wil hier graag de heer Langenus citeren in zijn artikel in De Tijd van 23 augustus 2023: “Het indexeringsmechanisme beschermt de koopkracht in België veel beter dan in andere landen. België en Luxemburg zijn de enige landen in West-Europa met een automatische loonindexering. Daardoor stijgen de lonen mee met de levensduurte, waardoor werknemers beschermd worden.” En ja, koken kost geld en we hebben hierdoor moeten afwijken van het vooropgesteld begrotingstraject maar we hebben wel de economie en de welvaart van onze inwoners structureel ondersteund.
Dus gegeven deze context zijn we blij met de gemaakte oefening.
Eerst en vooral is het schuldplafond de waarborg voor de toekomst. Het is essentieel om dit aan te houden op 210% t.a.v. de inkomsten. Dit is essentieel om de AA-rating van Standard and Poor’s te behouden. Wat, onder ons, nog niet verworven is. Dit is een collectieve verantwoordelijkheid. Uw ploeg, mijnheer de Minister-Voorzitter, moet er alles aan doen om in de komende maanden het vooropgestelde doel te behalen. Het vasthouden aan dit schuldplafond is ook een voorwaarde om onze overheidsfinanciën in het algemeen weer gezond te maken van, los van de rating.
Ten tweede: de overheid moet het goede voorbeeld geven. Om het cliché te gebruiken: "de staat mag niet boven zijn stand leven". Met deze begroting zetten we tal van hervormingen en besparingen verder op het eigen apparaat, op de eigen werking: moratorium op personeel, besparing op subsidies, projecten als Optiris en Optimist voor het optimaliseren van uitgaven voor de eigen werking. De kosten worden onder controle gehouden. De overheid geeft het voorbeeld.
Ik ben coherent met mezelf als ik hier ook heel even de indexering van de MIVB-tarieven steun. Een moeilijke, maar nodige beslissing. Ik heb hier een jaar geleden al een indexering bepleit namens onze fractie. Ik ben al even coherent als ik toegeef dat een aanpassing van de belasting op inverkeerstelling en de verkeersbelasting wellicht onvermijdbaar is. Als je de prijs van mobiliteit optrekt, moet je consequent zijn. Maar indien we nu al SmartMove had kunnen invoeren, zoals we al jaren vragen, dan hadden we dit op een slimme manier kunnen doen. Al de gebruikers van de stad, van onze wegen in Brussel hadden meebetaald, net als gebruikers van buiten Brussel mee de tickets van de MIVB betalen. Dat is het voordeel van slimme belastingen, van smart move. Ik hoop dat deze begrotingsoefening de nood aan smart move eindelijk doet inzien.
Ten derde: we dringen het tekort op de begroting terug met een derde. Die inspanning zullen we moeten aanhouden. Ik ga niet te lang zijn, anders verzuipt de kernboodschap in te veel informatie. Het schuldplafond, de interne hervormingen en besparingen op het eigen apparaat en het terugdringen van het tekort zijn de essentie om de toekomst veilig te stellen. Maar, beste Collega’s, we moeten wel voorzichtig zijn dat we niet door wilde besparingsdrang de werking van ons Gewest in gevaar brengen. Daarom moet er gekeken worden samen met Administratie en alle Gewestelijke instellingen hoe we deze besparingen op een verstandige en evenwichtige wijze moeten doorvoeren want zij voeren ons beleid uit en zij moeten de middelen en de mankracht hebben op dit tot een goed einde te voeren.
Toch nog dit. Vroeg of laat moeten alle Brusselaars binnen hun partijen bondgenoten zoeken voor een debat zonder taboes over de financiële stromen in dit land die overeenstemmen met de reële economische stromen. Vroeg of laat zal ook het debat over onze eigen organisatie, het debat over de verhouding Gewest en gemeenten, bijvoorbeeld, gevoerd moeten worden. De oefening van de ‘Toekomsten van Brussel’, de eerste signalen die we daarvan krijgen, lijken alvast een goede basis om een aantal clichés te doorbreken en hervormingen mogelijk te maken.
En tot slot hoop ik oprecht dat wij meer en meer zullen werken met spending reviews om onze begroting op te maken en ons beleid te plannen. Dit is een echt instrument om slimmer van ons beleid uit te voeren. Om de efficiëntie ervan te evalueren en niet vast te lopen in ideologische patstellingen.
Mijn collega Khadija Zamouri stelde afgelopen week in het debat over de economische steunmaatregelen een spending review voor om alle steun in het kader van de economische transitie te evalueren. Dit is een perfect voorbeeld. De economische transitie is ongetwijfeld de belangrijkste uitdaging. De beschikbare middelen los van ideologische vooringenomenheid efficiënt inzetten, is essentieel. Dat is ook de retour die wij krijgen van de vele bezoeken die we doen aan startups die innoveren op dit terrein. We krijgen te vaak de retour van bedrijven dat de steun verhoudingsgewijs te veel gaat naar kleinschalige parallelle economie met weinig impact, dan naar bedrijven die een reële impact hebben op de transitie. Ik citeer opnieuw graag François Gemenne, toch een autoriteit op het vlak van klimaatpolitiek, die stelt dat “vandaag de bedrijven vaak beter geplaatst zijn om antwoorden te bieden op de klimaatuitdagingen”. We hebben in Brussel veel innovatieve ondernemers. We moeten deze innovatie ondersteunen.
Een spending review kan die steun objectiveren. Het politiek debat wordt er alleen rijker door als we de impact van het beleid beter meten. Dit is een belangrijke innovatie die we in het begrotingsbeleid hebben ingebracht deze legislatuur. Dit moet een vervolg krijgen.
Ik dank u.