Grote verrassing na het ontslag van de federale staatssecretaris voor Begroting en Consumentenzaken Eva De Bleeker: Alexia Bertrand, tot dan de fractieleidster van MR in het Brussels Parlement, verliet de Brusselse oppositiepartij MR en trad toe tot Open Vld. Bij de koning legde ze meteen de eed af als opvolgster van Eva De Bleek
Bij de Vlaamse liberalen van Brussel kan ze bij de volgende verkiezingen niet op de lijst voor het Brussels Parlement staan. Als je als kandidaat-parlementslid in het Brussels gewest je taalrol hebt gekozen, kan je die immers niet meer veranderen. Op een Kamerlijst voor Brussel kan Alexia nog wel kandidaat zijn voor Open Vld. En dat is ook de bedoeling.
In interviews verklaarde Alexia al dat ze in Sint-Pieters-Woluwe blijft wonen. Ze wil voor Open Vld kandidaat zijn op de gemeenschappelijke lijst MR-Open Vld waaraan beide partijen voor de Kamerverkiezingen van 2024 beitelen, al is er nog niets beslist. Alexia Bertrand liet ook weten dat ze haar MR-lidkaart wil behouden. Tijd voor een groot en warm interview in Open Brussel. Terwijl het buiten nog vriest, treffen we vroeg in de ochtend Sven en Alexia in de M34, het hoofdkwartier van Open Vld in de Brusselse Melsensstraat.
Waarom wil je lid blijven van de twee liberale partijen?
Alexia: “Oh, ik voel me blij nu ik er een partij bij heb gekregen. Nu ben ik lid van de grote liberale familie in België. Ik vind dat een heel krachtig signaal. De MR heeft onlangs de statuten aangepast om dat dubbel lidmaatschap mogelijk te maken. Ik vind dat veel meer mensen dat zouden moeten doen, zeker bij de MR.”
Sven: “Het is eigenlijk raar dat een partij zoiets in haar statuten moet schrijven. We zijn trouwens al lid van Alde, de Europese liberalen, en Renew Europe, de koepel van liberale politieke partijen. Het is niet meer dan normaal dat je lid kan worden van meer dan één liberale partij. Alleen in België kijken we op als je tegelijk lid bent van een Nederlandstalige en een Franstalige partij. Maar tegelijk zie ik de jongste jaren steeds meer leden van onze partijen doen wat Alexia nu doet. Eigenlijk is dat een organische evolutie.”
Alexia: “Zeker als we in Brussel de uitdagingen van de stad en de regio willen aanpakken, op alle niveaus, lijkt het me logisch dat Franstalige en Nederlandstalige liberalen meer samenwerken. Die samenwerking is trouwens ook de wens van onze voorzitters, Georges Louis Bouchez en Egbert Lachaert. Zij willen een grote liberale familie vormen en zo een alternatief zijn voor de andere partijen.”
U blijft ook in Brussel wonen, verklaarde u al eerder.
Alexia: “Inderdaad, mijn kinderen gaan in het centrum van Brussel naar school en ik heb me ook in geëngageerd in mijn gemeente, waar trouwens al langer een Open MR-lijst actief is van Nederlandstalige en Franstalige liberalen. Het is de bedoeling met die gemeenschappelijke lijst in 2023 opnieuw naar de lokale kiezer te gaan. En we werken ook samen aan een gemeenschappelijke Kamerlijst voor de kieskring Brussel. Dat is een win-win voor de twee partijen. Want dan kan Open Vld in Brussel ook een Kamerzetel binnenhalen, een extra zetel in het halfrond voor de liberalen.”
Sven: “Ongeveer twee jaar geleden zaten we hier ook rond de tafel met Egbert Lachaert, Georges Louis Bouchez en de Brusselse regionale voorzitters David Leisterh en Thomas Ryckalts. Ik herinner me dat Georges Louis de grootste pleitbezorger was van zo’n gemeenschappelijke Kamerlijst. En ook Egbert zag daar het voordeel van in. We gaan er dus voluit voor. Met vereende krachten kunnen we zwaarder wegen in de Kamer. Vergeet niet dat de politieke match voor een federale regeringscoalitie vooral in de kracht van de politieke families wordt uitgedrukt. Elke zetel bij, vergroot die kracht. Bovendien komt er dankzij de demografische groei van de regio Brussel bij de volgende Kamerverkiezingen in Brussel een zetel bij. So let’s do it.”
Wie zal de lijsttrekker zijn? Alexia?
Sven: “Laat ons wel wezen: het lijsttrekkerschap voor de Kamer in Brussel, komt voor onze partijen normaal gesproken toe aan de grootste partner: de MR dus. We hebben bij MR bovendien een dame lopen die luistert naar de naam Sophie Wilmès, waar we moeilijk naast kunnen kijken. Als je haar score in de politieke polls bekijkt, kan zij een ongelofelijke hefboom zijn voor onze partijen. Dus wat mij betreft, lijkt het me een uitgemaakte zaak dat zij de lijsttrekker wordt als ze dat wil. En de rest van de lijst, dat zullen we te gelegener tijd bekijken.”
Alexia: “O ja, het lijkt ook mij evident dat Sophie Wilmes de lijsttrekker moet zijn. En wat mezelf betreft, ik heb momenteel mijn handen meer dan vol als staatssecretaris. Het is vandaag mijn prioriteit de begroting in het parlement gestemd te krijgen. Welke cijfer er voor mijn naam op de lijst van 2024 zal staan, weet ik nu niet. Ik heb er het volste vertrouwen in dat Egbert me zal plaatsen waar het onze partijen het beste uitkomt.”
Open Vld wil bij de lokale verkiezingen in het Brussels Gewest ook in zoveel mogelijk gemeenten samen met de MR naar de gemeentekiezer gaan. Wat is daar de stand van zaken?
Sven: “Het is niet de eerste keer dat Open Vld daarnaar streeft. Al sinds de eeuwwisseling hebben de Vlaamse partijen in Brussel uitgemaakt dat samenwerken met kartellijsten van Nederlandstaligen minder interessant is dan samenwerken met de geestgenoten van de politieke families. Open Vld gaat in oktober 2023 voor de vierde keer op rij met zoveel mogelijk gemengde liberale lijsten naar de kiezer. In 16 van de 19 gemeenten deden we dat al. Onlangs is daar nu Ganshoren bij gekomen. Nog twee te gaan, zou ik zeggen. Maar alleszins is de samenwerking tussen de liberalen van MR en Open Vld in de gemeenten heel goed. De gemeente van Alexia is één van de gemeenten waar die lijst Open MR heet. Dat vind ik een goede voorbeeld dat we op zoveel mogelijk plaatsen willen volgen.”
Alexia: “Vergeet ook niet dat Sven zelf een gemeenteraadslijst zal trekken!”
Sven: “Ja, dat is inderdaad ook een bewijs van het feit dat de zaken in de gemeentepolitiek aan het evolueren zijn. In mijn gemeente Jette heeft de MR me inderdaad gevraagd om op de gemeenschappelijke lijst de kandidaat-burgemeester te zijn. Dat zijn dingen die tien jaar geleden redelijk exotisch genoemd zouden worden. En nu gebeuren ze. Het is ongeveer een jaar geleden dat ik die vraag voor het eerst kreeg. Ik dacht eerst: wat nu? Is dat wel ernstig? Maar ja, het was ernst.”
Betekent die evolutie ook niet dat de werking van lokale politieke partijen in de Brusselse gemeenten meer en meer tweetalig wordt?
Sven: “Ja, inderdaad! Dat is zeker een troef, zegt de minister voor de promotie van meertaligheid. En het wijst er ook op dat tweetaligheid bij de Brusselaars, die er overigens wel altijd bij veel lokale politici is geweest, tegenwoordig meer is dan een manier om hoffelijk te zijn. Een tweetalige lijst is iets dat de lijst voor de kiezers completer maakt, volwaardiger. En naar mijn ervaring stellen de kiezers dat op prijs. Brussel komt stilaan los van zijn demonen uit het verleden.”
Alexia: “Daar ben ik het helemaal mee eens. Neem nu een Quentin Van den Hove in Schaarbeek of Carla Dejonghe in mijn gemeente: zij zijn zo’n waardevolle politici dat ze zeker hoog op de lokale Open MR lijst zullen staan. En op lokaal vlak gaan we trouwens ook op zoek naar Europese kandidaten. We willen tenslotte echt de Europese hoofdstad zijn.”
Alexia, je bent nu enkele weken aan de slag in de federale regering. Voel je je daar al een beetje in je sas?
Alexia: “Ja, ik sprong eigenlijk op een rijdende trein. Je moet meteen meedraaien, naar het parlement, beleidsnota’s voorstellen, commissievergaderingen bijwonen, van de ene vergadering naar de andere hollen, interviews geven, de ministerraad bijwonen en, zeer belangrijk, ook de tijd nemen om je medewerkers te leren kennen, want die zijn haast allemaal gebleven na het ontslag van Eva. En ik kan nu al zeggen dat ik heel blij ben dat ik zo’n goed team rond me heb, waarop ik vol vertrouwen kan rekenen.
Bovendien krijg ik ook alle steun van de premier en van onze vicepremier. Maar natuurlijk staan we met de federale begroting voor een enorme uitdaging. Iedereen weet hoe moeilijk het is die terug op de sporen te krijgen. Ik heb geen toverstaf. Ik ga niet zeggen dat het tekort op de begroting dit jaar, volgend jaar of het jaar nadien opgelost zal zijn. In de regering weet iedereen waar dat tekort vandaan komt: crisismaatregelen, maar ook bijvoorbeeld de kosten van de vergrijzing die beginnen doorwegen. We moeten meer duurzaamheid in onze financiën brengen, want we willen ook onze sociale bescherming behouden die onze sociale zekerheid ons biedt.”
Sven: “Ik denk dat we allebei op begroting voor dezelfde uitdagingen staan. Iedereen beseft dat we niet alle problemen in een handomdraai kunnen oplossen. Maar we werken naar een turning point. Op het federale niveau moet er bijvoorbeeld gezocht worden naar manieren om de structurele vergrijzingskosten onder controle te krijgen. Maar dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Begroting, maar ook die van de premier, de minister van Sociale Zaken, Pensioenen, etc. Als je dat turning point met de regering bent gepasseerd, kan je opnieuw goed beleid voeren. Bij ons in het Brussels Gewest is het vooral zaak om de strategische investeringen voor de metro, die we tot nu toe buiten de begroting hebben gehouden, terug in de begroting te duwen. Wij moeten dus een keerpunt creëren zodat we zaken die we de voorbije jaren door de omstandigheden moeilijk onder controle kregen, terug op orde kunnen brengen en van daar ook opvolgen om ze op orde te houden.”
Toch heb je in het Brussels Parlement al verklaard dat het tegen het einde van deze legislatuur nog mogelijk is een begroting in evenwicht te hebben.
Sven: “Dat heb ik inderdaad gezegd. Het zal moeilijk zijn, dat weten we allemaal, maar mogelijk, en zeker nodig om in 2024 een begroting in evenwicht hebben, nog zonder de strategische investeringen daarin te integreren. Maar anderzijds, een begrotingsminister stelt niet op z’n eentje de begroting op. De steun van de regeringsleider is bijvoorbeeld onontbeerlijk. Ik ga dus nu al het zaadje in de hoofden van al mijn collega’s planten dat we, in de ons resterende tijd van deze legislatuur, een plan moeten hebben dat een antwoord geeft op de vraag hoe we na 2024 die strategische investeringen wel in de begroting kunnen integreren. Binnenkort zal ik mijn collega’s daarvoor een voorstel doen. Er waren in het begin van de legislatuur twee redenen om die investeringen buiten de begroting te houden: omdat het alleen voor deze legislatuur zou zijn en omdat de rente in 2019 uiterst laag stond, zodat lenen spotgoedkoop was. Die rente is vandaag, zoals iedereen weet, niet meer historisch laag. De volgende regeringen, zowel de Brusselse als de federale, zullen dus nog zware inspanningen moeten leveren. ”
Alexia: “Ja, toen ik nog in het Brussels Parlement zat, heb ik vanuit de oppositie ook altijd aan Sven gezegd dat ik besef dat een Begrotingsminister er niet alleen voor staat. Het is de taak van heel de regering om de begroting op orde te houden. Maar tegelijk heb ik aan Sven ook gezegd dat ik blij was dat híj de begrotingsminister is. Anders zou het nog veel erger geweest zijn. Nu moet ik me ook verlaten op de vakministers om hun begroting in orde te krijgen. Ik kan hun pen niet vasthouden. Ik kan wel pushen in de goede richting.”
Bij een recente opiniepeiling deed de MR het in Brussel een pak beter dan bij de verkiezingen van 2019. Open Vld scoorde overal en ook in Brussel minder goed dan in 2019. Hoe verklaren jullie dat verschil?
Alexia: “Eén element daarin is zeker dat Open Vld op alle niveaus regeringsverantwoordelijkheid neemt. Dat is niet evident en je krijgt daar, zeker in deze zeer moeilijke tijden, niet de beloning voor die je eigenlijk verdient. Toch denk ik dat we ons niet teveel zorgen moeten maken over slechte peilingen. Het duurt nog wel even voor de verkiezingen voor de deur staan. Tegen dan moeten we beter uitleggen wat we allemaal gedaan hebben. In de federale regering, die bestaat uit zeven coalitiepartners, ben ik echt wel onder de indruk van het werk dat de premier levert om in deze turbulente tijden stabiliteit te bieden aan ons land. Het ergste dat ons nu kan overkomen, is een nieuwe regeringscrisis, bijna twee jaar zonder regering zitten en een periode van instabiliteit tot de volgende verkiezingen.
De Croo neemt echter de handschoen op en neemt beslissingen. Zoals onlangs die over de welvaartsenveloppe. Niemand beseft blijkbaar wat daarmee gebeurd is: voor het eerst zijn de werkloosheidsuitkeringen beperkt gebleven, geven we geld aan de minimumlonen en blijft de loonnorm op nul procent, wat zeer belangrijk is voor onze concurrentiepositie. Dat is toch een geweldige prestatie in een regering met zeven partijen! Schreeuwen met de wolven is gemakkelijk, maar verantwoordelijkheid nemen, durven doen en wijs zijn is wat anders, in een regering waar je een waaier van strekkingen hebt waarmee je compromissen moet sluiten.”
Sven: “Een verschil tussen MR en Open Vld is dat het politieke landschap in Vlaanderen onderhevig is aan een grotere verbrokkeling dan in Wallonië. De MR heeft geen conservatieve concurrent op rechts, wat Open Vld met N-VA wel heeft. De mensen in Wallonië die in Vlaanderen voor de N-VA zouden stemmen, stemmen daar vooral voor de MR. En het dode gewicht van een rechts extremistische partij als Vlaams Belang weegt in Vlaanderen ook zwaarder door dan het gewicht van een links extremistische partij als PTB in Wallonië. Extreemrechts en extreemlinks capteren een groot aantal foertstemmers.
Dus natuurlijk zijn wij tevreden dat de MR op een goede golf surft. Wij zitten in een ietwat complexere situatie. En dan kom ik tot dezelfde conclusie als Alexia: wij hebben enkele jaren geleden de moed gehad om een niet-evidente coalitie te vormen, die er pas stond in oktober 2020, meer dan een jaar na de verkiezingen.
In een coalitie met zeven is het elke dag worstelen om de goede weg te vinden. Ik hoop dat alle coalitiepartners in Vivaldi eindelijk eens beseffen dat zo’n regering pas succesvol kan zijn als iedereen zich inspant om ze te laten slagen. Anders verliest iedereen. Je moet volhartig in een regering stappen en beseffen dat je nooit alles wat je wil erdoor kan krijgen, omdat je nu eenmaal regeert met een grote coalitie van partijen, elk met hun programma. Er is geen weg terug, dan verantwoordelijkheid nemen en verder regeren.
Waarin verschillen MR en Open Vld van elkaar?
Sven: “In minder dan je zou denken. We zijn allebei liberale partijen. Er zullen wellicht wel cultuurverschillen tussen Open Vld en MR zijn. Maar je hebt in Europa een enorme waaier van soorten liberalen. Neem nu in Nederland: daar heb je conservatieve liberalen als de VVD en progressieve liberalen bij D66. Wat ons liberalen bindt, is belangrijker dan waarin we verschillen. En dat is het Manifest van Oxford. Dat is een zeer korte tekst, gepubliceerd in 1947, na de Tweede Wereldoorlog. Het is werkelijk verfrissend voor liberalen om die tekst af en toe eens te herlezen. Hij had vandaag geschreven kunnen zijn. En hij blijft het contract dat onder alle liberalen is afgesloten.”
Alexia: “Ik denk ook dat er veel meer is dat Open Vld en MR verbindt, dan verdeelt. In nuances verschillen we, maar achter de waarden van de Verlichting staan we beiden: de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van ondernemerschap, de vrijheid van pers of van vereniging. Wij zijn een partij die gelooft in innovatie, in creativiteit, in de kracht van de mens, in zelfredzaamheid, in het individu dat ambitie heeft, zich wil ontwikkelen. Wij zijn een partij die veel hoop biedt. Wij zien een mens niet als een slachtoffer, maar als iemand die kansen krijgt, loon naar werken, die zich wil vormen en ontwikkelen, die vrij is, zijn creativiteit botviert en bruggen bouwt naar andere mensen. Wij kijken met een optimistische bril naar de wereld. Wij geloven in de mens.”
Het is heel lang geleden dat de Franstalige en Nederlandstalige liberalen in het Brussels Gewest nog samen geregeerd hebben. Gaat het er na de verkiezingen van 2023 van komen?
Sven: “Inderdaad, het is van 1999 tot 2004 geleden dat we samen in de Brusselse regering zaten. Als ik me goed herinner was dat onder de minister-presidenten Jacques Simonet, François-Xavier de Donnea en Daniel Ducarme. Voor de Vlaamse liberalen zat daar eerst korte tijd Annemie Neyts rond de tafel, die opgevolgd werd door Guy Vanhengel. Guy was altijd heel lovend over die liberale as in de Brusselse regering. We willen die as inderdaad herstellen. MR is nu al hard aan het werken om aanwezig te zijn op alle Brusselse terreinen. Wij gaan er dus alles aan doen om samen in de volgende Brusselse regering te geraken.”
Waarop willen jullie dan de klemtonen leggen?
Sven: “Eerst en vooral willen we dan een nog orthodoxer begrotingsbeleid voeren en tegelijk bekijken hoe we de Brusselaars fiscaal meer zuurstof kunnen geven. Enkele maanden geleden heb ik al een daling van de registratierechten kunnen doorvoeren. Dat vind ik persoonlijk mijn grootste realisatie van dit nu bijna voorbije jaar, ook al zal die daling pas in het voorjaar van ’23 van kracht zijn.
Die maatregel zal ertoe leiden dat de drempel verlaagt om een eerste woning te verwerven. Voor jonge mensen die minder middelen hebben en vaak ook single zijn, is dit interessant. Vooral voor appartementen zal dat verschil substantieel zijn, minder voor eengezinswoningen. Die verlaging van de registratierechten zal voor veel jonge mensen die van Brussel houden en die wij graag in Brussel houden, de droom van een eerste eigen woning binnen handbereik brengen. En in de volgende legislatuur willen we verder gaan op dit pad, als onze begroting dat toelaat. Daarnaast willen we ook de economische aantrekkingskracht van Brussel verdiepen en verbreden. In deze coalitie zijn we daar niet voldoende mee bezig. Met de creativiteit zit het in Brussel wel snor: één op drie startups ontstaat in Brussel. Maar na een tijd verhuizen die vaak naar de Rand. Ook op dat vlak ligt er nog werk te wachten.”
Alexia: “Ik ben het helemaal eens met Sven. Ik wil nog twee zaken toevoegen: we moeten in Brussel een grotere middenklasse creëren en aantrekken. Verdere aanpassingen aan de registratierechten bieden daarvoor mogelijkheden. Sven had daar wellicht zelf verder in willen gaan, maar ik begrijp dat dit met deze coalitie niet mogelijk was. Maar met MR en Open Vld in de regering zal dat wel lukken. We hebben immers meer middenklassers nodig in Brussel, omdat ze voor meer inkomsten zorgen in de belastingen die het gewest heft, waardoor onze begroting sneller in orde komt.
Ten tweede vind ik dat we meer ambitie moeten hebben met Brussel. Wat maakt Brusselaars fier? Wat is onze identiteit? Brussel heeft grote nood aan een projet mobilisateur. Daarover moeten we eens goed de koppen bij elkaar steken. De gekste ideeën zijn goed, zoals bijvoorbeeld de ambitie om de properste stad van Europa te worden. Netheid is zo belangrijk voor onze inwoners. En er zijn nog terreinen waarop we veel ambitieuzer moeten worden: denk maar aan de renovatie van onze gebouwen of onze status van Europese hoofdstad, waarmee we vandaag veel te weinig doen. En nog zoiets uit ons DNA: afstappen van een beleid dat de mensen als slachtoffers beschouwt en hen uit de nood wil helpen. De economie is een oplossing voor de tewerkstelling. Ik las nog vandaag dat de jongerenwerkloosheid in Brussel 24% bedraagt, wel, dat is veel te veel.”
Sven: “We hebben vorige week op de regering beslist om de competenties van de werklozen verplicht opnieuw te screenen op digitale kennis en talenkennis. Dat is een goede zaak. Maar de volgende stap moet dan volgen: als een werkloze een programma heeft gevolgd om zijn talenkennis en digitale vaardigheden bij te spijkeren, moet hij of zij een job zoeken. Maar dan stel ik vast dat bepaalde maatregelen om langdurige werklozen te activeren en desnoods te sanctioneren in deze regering héél moeilijk liggen. Versta me niet verkeerd, ik kijk er niet naar uit om werklozen te sanctioneren. Maar op een bepaald moment, moet je mensen wel naar een job brengen waarvoor ze gekwalificeerd zijn, ook al was het maar omdat ze van daaruit verder kunnen doorgroeien. Daar zijn we helaas te vaak in een soort stilstand beland die we echt moeten doorbreken. Ik ben ervan overtuigd dat een Brusselse regering waaraan MR en Open Vld deelnemen, daar verandering in kan brengen.”
Af en toe hoor je bij sommige partijen pleidooien voor een nieuwe staatshervorming? Heeft Brussel daar nood aan?
Sven: “Waaraan we in Brussel vooral nood hebben, is een rechtvaardiger financiering. Ik vind dat een deel van de personenbelasting naar de werkplaats moet georiënteerd worden in plaats van naar de woonplaats. Vandaag komt er in Brussel veel rijkdom aan met de trein en de auto. Iedereen is vanzelfsprekend welkom om hier te komen werken. Maar er wordt fiscaal ook veel rijkdom weer mee teruggenomen naar de Rand en het ommeland van het Brussels Gewest. In andere landen zijn zo’n fiscale systemen gangbaar, dus het moet kunnen. Maar als je het over staatshervorming hebt, wil ik toch ook zeggen dat MR en Open Vld zich buigen over de vraag hoe we intern de instellingen in Brussel kunnen vereenvoudigen. Zo zouden we eigenlijk de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie volledig moeten kunnen integreren in het Gewest. En we moeten ons misschien eens de vraag stellen of we nog altijd zoveel parlementsleden nodig hebben in het Brussels Parlement. We gaan ook eens kijken wat Open Vld en MR op dit terrein al kunnen doen met onze huidige bevoegdheden en constitutieve autonomie, zonder staatshervorming. Want of er een staatshervorming zal komen en wanneer, I don’t know.”
Alexia: “Ik deel de mening van Sven. We moeten zeker meer efficiëntie zoeken in ons bestuur. Wat hoort thuis in het gewest en wat kan beter op lokaal niveau worden gedaan. En ook in de bestuurlijke organisatie heeft Sven eigenlijk al heel veel dingen in gang gezet om de Brusselse overheid beter te laten functioneren. Ik denk bijvoorbeeld aan Optiris of de introductie van spending reviews in het begrotingswerk.”