BRUSSELS PARLEMENT – Hub.brussels en Citydev zoeken samen met het MIMA naar een mogelijke herlocatie. Dat heeft staatssecretaris Trachte geantwoord op een vraag van Imane Belguenani (Open Vld) in de commissie economie van het Brussels Parlement. De vraag is of een definitieve sluiting van dit nu al iconisch museum voor street art nog kan vermeden worden. Imane Belguenani benadrukte dat ondernemers (en dus ook ondernemers in de culturele sector van de overheid) voorspelbaarheid verwachten. Ook over de duur van wegwerkzaamheden.

Het MIMA (het Millennium Iconoclast Museum of Art) is het voorbeeld van een private ondernemer in de cultuursector. Met haar focus op street art heeft het op korte termijn een unieke plaats in het cultuuraanbod verworven. Door de bouw van de voetgangersbrug over het kanaal te hoogte van het museum zijn er stabiliteitsproblemen opgedoken en is de toegang tot het museum beperkt. Het aantal bezoekers halveerde en het MIMA kondigde daarop een sluiting aan.

Imane Belguenani (Brussels Parlementslid voor Open Vld) diende onmiddellijk een vraag in in het Parlement. Ze vroeg welke steun de gewestelijke agentschappen die ondernemers moeten steunen hebben geboden. Tussen de indiening van de vraag en de vraagstelling in commissie werden er stappen ondernomen door hub.brussels en Citydev. Vooral voor een mogelijke herlocatie. De staatsecretaris overliep ook mogelijke structurele steun voor de sector. Imane Belguenani herhaalde dat de ondernemers, ook private ondernemers in de culturele sector, vooral een gunstige omgeving voor ondernemen vragen. Ze vragen ook meer steun om risico’s te dekken (bijvoorbeeld wegenwerken) dan subsidies.

Lees hier de vraag om uitleg van mevrouw Imane Belguenani, Brussels Parlementslid, aan mevrouw Barbara Trachte, staatssecretaris bevoegd voor Economische Transitie, m.b.t. de sluiting van het MIMA (het Millennium Iconoclast Museum of Art) 

Mevrouw de staatssecretaris,

Op 4 oktober vernam ik via de pers het onverwachte nieuws dat het MIMA (het Millennium Iconoclast Museum of Art) zijn deuren moet sluiten als gevolg van de ingrijpende werken aan de Henegouwenkaai. De beslissing van Brussel Mobiliteit om de kaai tussen de Zwarte Paardstraat en de Pierronstraat af te sluiten heeft een ernstige impact op de toegankelijkheid van het museum. Daardoor is het bezoekersaantal gedaald met 50% à 60%. Dit is een harde klap voor het museum.  

Het MIMA is een voorbeeld van privaat ondernemerschap in de culturele sector. Het wordt voor 50% gefinancierd door ticketverkoop en verhuur voor privé-evenementen. Het werkt zonder structurele subsidies. In 8 jaar tijd had het 400.000 bezoekers voor 17 tentoonstellingen rond street art. Een unieke niche in het Brussels cultureel aanbod.  

Het MIMA is niet de enige private speler in het cultureel aanbod. Bij een bezoek aan Tempora in Vorst, een andere belangrijke speler, kregen we ook al het signaal dat er geen vraag is naar structurele financiering maar aan een gunstig ondernemersklimaat voor de sector, én aan gerichte steun die risico's dekt (bijvoorbeeld bij tegenvallende verkoopcijfers omwille van externe factoren). 

Ik moet niet herhalen hoe belangrijk cultuur en culturele infrastructuur is voor de Brusselse economie. De impact op de tewerkstelling rechtstreeks, maar vooral onrechtstreeks, bijvoorbeeld laaggeschoolde jobs in de horeca, is zeer groot. Het is bovendien – zeker in het geval van het MIMA – belangrijk in de stadsontwikkeling. Het is ook een platform voor kunstenaars. Ook kunstenaars zijn veelal zelfstandige ondernemers die deze locaties broodnodig hebben. Vandaar mijn vragen: 

1. Heeft hub.brussels contact opgenomen met het MIMA om samen te kijken hoe dit kan opgevangen worden?
2. Is er een traject opgestart vanuit hub.brussels, eventueel samen met Citydev, voor een tijdelijke of permanente herlocatie van het Museum binnen Molenbeek of Brussel, liefst aan de kanaalzone? (Het cultureel aanbod langs de kanaalzone is, ondanks het feit dat Jan Goosssens de impact minimaliseert in de pers, belangrijk voor de kandidatuur van Brussel 2030). 
3. Zijn er vanuit hub.brussels contacten genomen met andere betrokken partijen (de gemeente Molenbeek, de gemeenschappen bevoegd voor cultuur, de minister-president bevoegd voor biculturele aangelegenheden in Brussel)? Of waarom niet vanuit facultatieve subsidies voor het imago van Brussel?
4. Bestaan er toelagen waarop het MIMA aanspraak kan maken om de periode van de werken te overbruggen om inkomstenverlies te compenseren? Ik denk bv. aan de Vergoeding bij wegwerkzaamheden (link) van Brussel Economie en Tewerkstelling. Zijn er andere compensaties of tegemoetkomingen vanuit economische steunmaatregelen waar het MIMA aanspraak op kan maken?
5. Zijn er pistes mogelijk om de private culture sector in het algemeen te helpen door subsidies te voorzien die risico’s dekken, eerder dan algemene projectsubsidies? Dit is een meer structureel antwoord voor ondernemers in deze sector.

Luister hier naar het de vraag van Imane belguenani en het antwoord van staatssecretaris Barbara Trachtte in commissie: link naar de commissie

Imane Belguenani (Open Vld) : « Y a-t-il encore un avenir pour le MIMA ? »

PARLEMENT BRUXELLOIS – Hub.brussels et Citydev recherchent avec le MIMA une possible relocalisation. C’est ce qu’a répondu la secrétaire d’État Barbara Trachte à une question d’Imane Belguenani (Open Vld) lors de la commission économie du Parlement bruxellois. La question est de savoir si une fermeture définitive de ce musée déjà emblématique pour l’art urbain peut encore être évitée. Imane Belguenani a souligné que les entrepreneurs (y compris ceux du secteur culturel) attendent une prévisibilité de la part des pouvoirs publics, notamment en ce qui concerne la durée des travaux de voirie.

Le MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art) est un exemple d’entrepreneuriat privé dans le secteur culturel. Avec son focus sur l’art urbain (« street art »), il a acquis en peu de temps une place unique dans l’offre culturelle. Cependant, la construction de la passerelle piétonne au-dessus du canal, à hauteur du musée, a causé des problèmes de stabilité et limité l’accès au musée. Le nombre de visiteurs a été divisé par deux, ce qui a conduit le MIMA à annoncer sa fermeture.

Imane Belguenani, députée bruxelloise pour l’Open Vld, a immédiatement introduit une question au Parlement. Elle a demandé quelles aides les agences régionales, qui ont pour mission de soutenir les entrepreneurs, avaient apportées. Entre l’introduction de la question et son traitement en commission, des démarches ont été entreprises par hub.brussels et Citydev, notamment en vue d’une relocalisation possible. La secrétaire d’État a également évoqué des formes de soutien structurel envisageables pour le secteur. Imane Belguenani a répété que les entrepreneurs, y compris les entrepreneurs privés du secteur culturel, demandent avant tout un environnement propice à l’entrepreneuriat. Ils réclament aussi davantage de soutien pour couvrir les risques (par exemple, liés aux travaux de voirie) plutôt que des subventions générales.

Lisez ici la question d’explications de Mme Imane Belguenani, députée bruxelloise, adressée à Mme Barbara Trachte, secrétaire d’État chargée de la Transition économique, concernant la fermeture du MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art).

Madame la secrétaire d’État,

Le 4 octobre, j’ai appris par la presse la nouvelle inattendue que le MIMA (Millennium Iconoclast Museum of Art) devait fermer ses portes en raison des travaux importants menés au quai de Hainaut. La décision de Bruxelles Mobilité de fermer le quai entre la rue du Cheval Noir et la rue Pierron a un impact grave sur l’accessibilité du musée. Cela a entraîné une baisse de fréquentation de 50 à 60 %. C’est un coup dur pour le musée.

Le MIMA est un exemple d’entrepreneuriat privé dans le secteur culturel. Il est financé à 50 % par la vente de billets et la location d’espaces pour des événements privés. Il fonctionne sans subventions structurelles. En 8 ans, il a accueilli 400 000 visiteurs pour 17 expositions consacrées à l’art urbain. Une niche unique dans l’offre culturelle bruxelloise.

Le MIMA n’est pas le seul acteur privé dans l’offre culturelle. Lors d’une visite à Tempora à Forest, un autre acteur important, nous avons également reçu le signal qu’il n’y a pas de demande pour des financements structurels, mais bien pour un climat entrepreneurial favorable pour le secteur, ainsi que pour un soutien ciblé permettant de couvrir les risques (par exemple, des ventes décevantes en raison de facteurs externes).

Il est inutile de rappeler à quel point la culture et les infrastructures culturelles sont importantes pour l’économie bruxelloise. L’impact direct, mais surtout indirect, sur l’emploi – comme les emplois peu qualifiés dans l’horeca – est très significatif. De plus, c’est particulièrement important pour le développement urbain, comme c’est le cas du MIMA. C’est également une plateforme pour les artistes. Ces derniers sont souvent des entrepreneurs indépendants qui ont désespérément besoin de ces lieux. D’où mes questions :

1. brussels a-t-il pris contact avec le MIMA pour examiner comment cette situation pourrait être gérée ?
2. Un processus a-t-il été lancé par hub.brussels, éventuellement avec Citydev, pour une relocalisation temporaire ou permanente du musée dans Molenbeek ou Bruxelles, de préférence dans la zone du canal ? (L’offre culturelle le long de la zone du canal, malgré la minimisation de son importance par Jan Goossens dans la presse, est cruciale pour la candidature de Bruxelles 2030).
3. brussels a-t-il pris contact avec d’autres parties concernées (la commune de Molenbeek, les communautés compétentes pour la culture, le ministre-président chargé des affaires biculturelles à Bruxelles) ? Ou pourquoi ne pas envisager des subventions facultatives pour l’image de Bruxelles ?
4. Existe-t-il des subventions auxquelles le MIMA peut prétendre pour surmonter la période des travaux et compenser les pertes de revenus ? Je pense, par exemple, à l’Indemnité pour travaux de voirie (lien) de Bruxelles Économie et Emploi. Existe-t-il d’autres compensations ou aides dans le cadre de mesures de soutien économique auxquelles le MIMA pourrait avoir droit ?
5. Est-il envisageable d’aider de manière plus générale le secteur culturel privé en prévoyant des subventions qui couvrent les risques plutôt que des subventions générales pour des projets spécifiques ? Cela constituerait une réponse plus structurelle pour les entrepreneurs de ce secteur.

Écoutez ici la question d’Imane Belguenani et la réponse de la secrétaire d’État Barbara Trachte en commission : Lien vers la vidéo