BRUSSELS PARLEMENT - In de commissie Leefmilieu van het Brussels Parlement kaartte Open Vld-parlementslid Martine Raets problemen aan rond de ophaling van grof huisvuil door Net Brussel. Ze stelde scherpe vragen aan minister Alain Maron, bevoegd voor Netheid, over de inefficiënties en de ongemakken die burgers ervaren bij het aanvragen van deze dienst, die de problemen leek te minimaliseren.

Raets concludeerde teleurgesteld: “De minister lijkt de problemen te minimaliseren en neemt genoegen met wat Net Brussel aangeeft, terwijl de frustratie bij de burgers groot is. Efficiëntere en klantvriendelijke oplossingen zijn dringend nodig, maar die ambitie ontbreekt momenteel volledig. Onze fractie zal hierop de komende legislatuur blijven hameren.”

Momenteel kunnen inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slechts telefonisch een afspraak maken voor de gratis ophaling van grof huisvuil (tot 3m³ per jaar). Dit verloopt echter niet zonder problemen: bevestigingen blijven uit, afspraken worden niet nageleefd, en Nederlandstaligen krijgen soms verdere communicatie in het Frans. Bovendien is de aanwezigheid van de aanvrager verplicht, wat verlof en extra organisatie vergt. Raets wees ook op de omslachtigheid van het apart aanvragen van signalisatieborden bij de gemeente om plaats te maken voor de vrachtwagen.

Reactie van minister Maron teleurstellend

Minister Maron erkende dat een online systeem voor afspraken wenselijk is, maar gaf aan dat IT-problemen en beperkte middelen dit momenteel verhinderen. Hij kon geen datum geven voor de invoering van een digitaal systeem, wat Raets sterk betreurde. “Het is confronterend dat dit in 2024 nog steeds niet standaard is. Het gebrek aan prioriteit voor IT-oplossingen is zorgwekkend”, reageerde ze. Daarnaast uitte ze haar onbegrip over het gebrek aan samenwerking tussen Net Brussel en andere gewestelijke instanties zoals Osiris. Dit belemmert bijvoorbeeld een gestroomlijnde aanvraagprocedure voor signalisatieborden. Volgens Maron is er simpelweg geen samenwerking tussen deze diensten, wat volgens Raets symptomatisch is voor het gebrek aan ambitie inzake netheid en dienstverlening.

Frustratie bij burgers blijft

Raets kaartte ook de verplichting aan voor de aanvrager om aanwezig te zijn bij de ophaling. Dit is problematisch voor mensen die verlof moeten nemen. Volgens de minister is deze aanwezigheid nodig om discussies over facturatie te vermijden, vooral bij overschrijding van het toegestane volume. Raets stelde echter dat bijkomend afval vaak zonder medeweten van de aanvrager wordt gedumpt. Een foto van het afval bij de online aanvraag zou hier al duidelijkheid kunnen scheppen, maar dit idee wordt voorlopig niet opgepikt. Tot slot bagatelliseerde de minister de klachten over het taalgebruik bij Net Brussel. Hij stelde dat er geen structurele problemen zijn, ondanks signalen van burgers die anders aangeven.

Martine Raets : « Le manque de priorité accordée aux solutions informatiques chez Bruxelles Propreté est préoccupant »

PARLEMENT BRUXELLOIS – Lors de la commission de l'Environnement du Parlement bruxellois, la députée de l'Open Vld Martine Raets a soulevé des problèmes concernant la collecte des déchets encombrants par Bruxelles Propreté. Elle a posé des questions incisives au ministre Alain Maron, responsable de la propreté, sur les inefficacités et les désagréments que les citoyens rencontrent lorsqu'ils demandent ce service, tout en constatant que ces problèmes semblaient être minimisés.

Raets a conclu, déçue : « Le ministre semble minimiser les problèmes et se contenter des réponses de Bruxelles Propreté, alors que la frustration des citoyens est grande. Des solutions plus efficaces et orientées vers le client sont urgemment nécessaires, mais cette ambition fait actuellement totalement défaut. Notre groupe continuera à insister sur ce sujet lors de la prochaine législature. »

Actuellement, les habitants de la Région de Bruxelles-Capitale ne peuvent prendre rendez-vous pour la collecte gratuite des déchets encombrants (jusqu'à 3m³ par an) que par téléphone. Cependant, ce processus rencontre plusieurs problèmes : les confirmations manquent, les rendez-vous ne sont pas respectés et les néerlandophones reçoivent parfois des communications en français. De plus, la présence de la personne demandeuse est obligatoire, ce qui nécessite des congés et une organisation supplémentaire. Raets a également souligné la complexité de la demande séparée de panneaux de signalisation auprès de la commune pour libérer de l'espace pour le camion de collecte.

Réaction décevante du ministre Maron

Le ministre Maron a reconnu qu'un système en ligne pour la prise de rendez-vous serait souhaitable, mais a expliqué que des problèmes informatiques et des ressources limitées empêchaient sa mise en place. Il n'a pas pu donner de date pour l'introduction de ce système numérique, ce qui a profondément déçu Raets. « C’est déconcertant que cela ne soit toujours pas une norme en 2024. Le manque de priorité donné aux solutions informatiques est préoccupant », a-t-elle réagi. Elle a également exprimé son incompréhension face au manque de collaboration entre Net Brussel et d'autres institutions régionales comme Osiris, ce qui entrave, par exemple, la procédure de demande simplifiée pour les panneaux de signalisation. Selon Maron, il n’y a tout simplement pas de collaboration entre ces services, ce qui, selon Raets, témoigne du manque d’ambition en matière de propreté et de service aux citoyens.

La frustration des citoyens persiste

Raets a aussi abordé l'obligation pour la personne demandeuse d’être présente lors de la collecte. Cela pose un problème pour ceux qui doivent prendre congé. Selon le ministre, cette présence est nécessaire pour éviter les discussions sur la facturation, notamment en cas de dépassement du volume autorisé. Raets a cependant souligné que des déchets supplémentaires sont souvent déposés sans le savoir ou le consentement du demandeur. Une photo des déchets lors de la demande en ligne pourrait déjà apporter plus de clarté, mais cette idée n’est pas encore mise en œuvre. Enfin, le ministre a minimisé les plaintes concernant la langue utilisée par Bruxelles Propreté, affirmant qu’il n’y avait pas de problème structurel, malgré les signalements contraires des citoyens.