De bouwsector trekt veel aandacht als we het over het klimaat en milieubelasting in het algemeen hebben. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor 40% van het energieverbruik. De uitstoot van gebouwen verminderen door betere isolatie bijvoorbeeld is één zaak. Om dit te meten, gebruiken we de EPB-standaard. Maar de gebouwen zelf hebben uiteraard ook een impact op het milieu (CO2-uitstoot inbegrepen): de gecumuleerde milieubelasting over de hele levenscyclus van het gebouw, van de vervaardiging van alle materialen, het optrekken en het gebruik van het gebouw tot de end of life met desgevallend hergebruik en recyclage van materialen. Voor de berekening hiervan bestaat de Totem-standaard. Hoe beter de energieprestatie van gebouwen, hoe groter het aandeel van de bouwmaterialen zelf wordt in de totale milieu-impact van een gebouw. Dus hoe belangrijker de Totem-score.
De federatie van de Belgische Bouwmaterialenproducenten (BMP) dringt aan op één norm, de Totem-norm. “Het objectiveren en bijhouden van de exacte milieu-impact van de gebouwen stuwt innovatie in de sector” zegt Carla Dejonghe, Open Vld-parlementslid, na afloop van een onderhoud met BMP. “De bouwsector staat enorm open voor innovatie en is een partner in de Europese Green Deal, die zich niet tot de klimaattransitie beperkt maar ook werk maakt van de andere milieu-uitdagingen. Brussel speelt hierin trouwens een voortrekkersrol met o.a. Ecobuild en be circular”.
Philippe Callewaert en Frank Vanhove van BMP menen dat een snelle erkenning van Totem als standaard op alle niveaus de kostelijke wirwar aan alternatieve berekeningsmethoden moet afstoppen. Totem is een berekeningsinstrument van de milieuprestatie over de hele levenscyclus van gebouwen dat door de Gewesten op basis van Europese en wetenschappelijk onderbouwde normen werd ontwikkeld. Zoals de EPB reglementering de concurrentie naar almaar energiezuinige en performante materialen stimuleert, stimuleert Totem een groene concurrentie tussen producenten. Tevens stuwt dit innovatie aan om nog efficiëntere materialen te ontwikkelen om de score te verlagen. Dit is wat de Green Deal beoogt. Onder andere Nederland en Duitsland hebben het gebruik van een equivalente tool als Totem al opgelegd. In België is er enkel het Brussels gewest die Totem via een kleine subsidie aanmoedigt. Maar er is nog geen algemene verplichting. Een gebruik van Totem in alle overheidsgebouwen, bijvoorbeeld sociale woningen, zou al een goede testcase kunnen zijn.
Frederik Ceulemans, Open Vld stad Brussel: “Het gesprek met de federatie heeft alvast het belang van de bouwmaterialen benadrukt in de groene transitie: het belang van het materialenpaspoort dat elk gebouw moet hebben bijvoorbeeld, voor als het verbouwd of afgebroken moet worden. Circulariteit staat centraal in deze sector”.
BMP benadrukte ook hoe belangrijk het is om eerst naar de energiezuinigheid van de schil, het omhulsel, het gebouw dus, te kijken, vooraleer te investeren in technische installaties zoals warmtepompen en zonnepanelen. Deze technische installaties verbeteren de energieprestatie van een gebouw. Maar in een gebouw met een weinig energiezuinige schil blijft de warmtevraag groot waardoor grotere en duurdere verwarmingsinstallaties nodig zijn en blijft het energieverbruik onnodig groot.