Hoogdagen voor ons erfgoed. De emotionele liefdesbetuigingen aan tal van historische architecturale pracht kwamen de afgelopen dagen uitvoerig aan bod. Van de Hallepoort in Brussel tot ettelijke Go! kastelen die sinds kort in de etalage staan, met zoveel liefde voor al dat moois lijkt het voorbestaan van onze stenen geschiedenis verzekerd. Toeval? Niemand die het weet. Of zorgt ‘Het verhaal van Vlaanderen’ nu al voor de identitaire bewustwording van onze architectuur?
2 scholen voor de prijs van 1
De architectuurfanaat in mij vind al die aandacht een fantastische zaak. Zelfs de respectabele professor internationale politiek Jonathan Holslag laat zijn emoties terecht de vrije loop wanneer het GO! aankondigt een aantal prachtige schoolgebouwen van de hand te doen. Toegegeven, wie wil er nu niet school lopen in een historisch kasteel uit de 16de eeuw waar grote historsiche figuren ooit op diezelfde blauwe hardstenen vloeren geschiedenis schreven?
Helaas, met emotie alleen redt men ons erfgoed niet. Dat redden mag men trouwens voor heel wat van die scholen van het GO! letterlijk nemen. Eén blik op enkele van die kastelen spreekt boekdelen. In budgetair moeilijke tijden met daarbovenop ook nog eens een nijpend plaatstekort is het duidelijk dat er gewoon geen geld is om deze prachtige kastelen binnen de structuren van het GO! te restaureren en aan te passen aan de noden van vandaag. Bovendien kost een respectvolle renovatie van één kasteel gemakkelijk evenveel als de bouw van pakweg twee nieuwe scholen. Wanneer een scholengroep als het GO! in eigen boezem kijkt en toegeeft dat ze bepaalde gebouwen niet langer als een goede huisvader kan onderhouden - wat nota bene essentieel is als het om historisch erfgoed gaat- dan is de beslissing om tot verkoop over te gaan moedig en terecht. Helaas heeft niet elk kasteel dat geluk. Velen zijn het misschien al vergeten, maar het statige kasteel van Mesen in Lede werd eind 19de eeuw eveneens omgetoverd tot een indrukwekkende school. Ondanks eigendom van de staat heeft totale verwaarlozing gezorgd voor een ruïne die inmiddels afgebroken werd. Alle verwoede pogingen van erfgoedorganisaties en architectuurliefhebbers om het gebouw te redden ten spijt.
Turnles in de kerk
Onderwijs evolueert en dat vraagt gepaste infrastructuur. Nieuwe inzichten en innnovatieve pedagogische projecten vragen gebouwen op maat van het hedendaags onderwijs. Ook op vlak van hedendaagse architectuur zorgen die noden net voor heel wat interessante voorbeelden waarvan een aantal misschien wel bakens zullen worden van onze tijd. Als voorbeeld neem ik graag het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Sinds 2000 werden duizenden extra plaatsen gecreëerd in het basis- en secundair onderwijs waarvoor heel wat nieuwe scholen werden gebouwd. Vandaag zijn deze scholen uitgegroeid tot belangrijke ontmoetingsplekken waarrond wijken heropleven. Gaat dat gepaard met slechte architectuur? Hoegenaamd niet. Vele van die scholen vallen op omwille van hun bijzonder karakter. Ze zijn het resultaat van een mix van heden en verleden, geven een nieuwe bestemming aan ongewone gebouwen, zijn ingepland op uitzonderlijke locaties in de stad of blinken net uit omwille van hun toonaangevende architectuur. Een mooi voorbeeld daarvan is de Porta 1070 tienerschool in Anderlecht. Deze school combineert een innovatief pedagogisch project met een herbestemming van een kerk. Vandaag turnen er Brusselse ketjes tussen prachtige oude glasramen. Over verbeelding en durf gesproken.
Op zoek naar een goede huisvader
Naar analogie met het GO! zouden wel meer publieke instellingen wel eens een hand in eigen boezem kunnen steken. Want wat met de Japanse toren en het Chinees paviljoen, het Zuidpaleis of het Klein-Kasteeltje? Al jaren staat dit ergfoed onder druk en kan de vraag gesteld worden of een (semi-)private partner geen betere opplossing zou zijn. Het is tijd om deze monumenten uit handen te geven aan een betere huisvader. Niets mis met een horecazaak in pakweg het Chinees Paviljoen of bijvoorbeeld een hotel in de reeds gerenoveerde Hallepoort.
Zo kom ik tot de essentie van deze opinie: wat verstaan we onder goed beheer van ons historisch patrimonium? Simpel: ervoor zorgen dat we deze parels in optimale omstandigheden kunnen doorgeven aan de volgende generaties door middel van een tijdelijke invulling waar geen onomkeerbare interventies voor nodig zijn. Die tijdelijkheid moet men letterlijk nemen. Wanneer het om een historisch gebouw gaat is een invulling immers altijd tijdelijk. Zo zijn heel wat van die scholen van het GO! niet gebouwd als schoolgebouw. Het is dus perfect normaal en zelfs noodzakelijk dat een gebouw af en toe van invulling veranderd opdat het verder kan overleven. Wanneer aan deze voorwaarde voldaan is, kunnen we onze emoties de vrije loop laten en echt genieten van al die architecturale pracht. Zo zal de volgende generatie ons dankbaar zijn, bij het opnemen van 'het verhaal van Vlaanderen 50 jaar later'.
Frederik Ceulemans,
Opiniestuk verschenen in de morgen op 10 januari
https://www.demorgen.be/meningen/emotie-alleen-redt-ons-erfgoed-niet~bb59ba92/