BRUSSEL – Micromobiliteit, de deelsteps, elektrische deelfietsen, scooters, zitten in de lift. Het aantal operatoren neemt toe. Ze zijn complementair met het openbaar vervoer en privévervoer. Brussels parlementslid Carla Dejonghe reageert na het bezoek aan Dott, een belangrijk operator: “De grens tussen publiek en privé, collectief en individueel vervaagt qua stedelijke mobiliteit. De overheid moet nu het speelveld wel wat reguleren, qua gebruik van publieke ruimte en veiligheid. Maar anderzijds moeten we ook, in het belang van de mobiliteit op de schaal van het gewest werken en komaf maken met 19 verschillende reglementen. De sector en de mobiliteit verdienen duidelijkheid”.
Dankzij bedrijfsbezoeken voelt Open Vld de hartslag van ondernemend Brussel: van grote bedrijven, over KMO’s tot startups en zelfstandige ondernemers. Brussels parlementslid Khadija Zamouri was alvast onder de indruk van de capaciteit tot innovatie: “Dott profileert zich sterk als een mobiliteitsactor in de stad die het aanbod van het openbaar en privévervoer aanvult. Het is eerst en vooral een ondernemer die zestig werknemers tewerkstelt en vaak ook zelf opleidt. Een ondernemer die naar duurzame oplossingen zoekt: met e-vans en elektrische cargofietsen ter plaatse herstellen en herladen, recyclage en hergebruik van onderdelen, duurzaamheid van steps en fietsen verhogen, … Ondernemers maken vaak het verschil in de economische transitie. Ook qua mobiliteit”.
Dott, Bolt, Poppy, Voi, Lime, Bird, Tier, … het ontbreekt niet aan spelers. Marien Jomier (Regionaal Directeur voor Noord-Europa bij Dott) was onmiddellijk duidelijk, de sector moet in samenwerking met de overheid gereguleerd worden. “We zijn voorstanders van vaste dropzones om het wildparkeren tegen te gaan. Maar dan wel door middel van eenzelfde regeling over heel het gewest, en niet gemeente per gemeente”. Dott vraagt ook dat de boetes dezelfde zijn in elke gemeente. Ze moeten voorspelbaar zijn, zodat de operatoren hun beleid er op kunnen afstemmen in het belang van de mobiliteit. Tot slot is Dott vragende partij voor een beperkt aantal licenties, voor een beperkt aantal operatoren, met een vastgelegd aantal steps en fietsen. Ze vragen wel licenties die langer duren dan zes maanden. Dit is de enige manier om op lange termijn in Brussel te blijven investeren. Wat meer vaste banen in de hand zou werken, maar ook een verbetering van onze processen, een betere samenwerking met de gemeenten en het gewest, enz. En in een goed gereglementeerde context zou de BTW van 21% naar 6% moeten kunnen dalen, net als voor Villo Brussel en Velo Antwerpen. “We bieden tenslotte stedelijke mobiliteit aan”.
Minister Sven Gatz ging in op de rechtszekerheid voor de operatoren: “Wie wil ondernemen én investeren moet voldoende langetermijnperspectief hebben. De vraag naar licenties voor 2 à 3 jaar is legitiem. Ook de vraag naar een kader voor de 19 gemeenten is essentieel. We moeten af van 19 afzonderlijke reglementen. De eerste stappen werden gezet vanuit het gewest. We moeten verder durven gaan”.
Zowel Sven Gatz als Khadija Zamouri en Carla Dejonghe hebben uiteraard Dott geconfronteerd met de kwalijke reputatie qua verkeersveiligheid van steps in de stad. Naast het wildparkeren op de stoep is er ook het soms roekeloos rijgedrag en de vele ongevallen. Marien Jomier ontkende de ongevallen niet. De perceptie speelt echter tegen hen. “Het gaat over 1 op 4 miljoen ritten. 5,1 letsels per miljoen gereden kilometers. Het is nog steeds te veel, maar in dezelfde verhouding als fietsen en minder dan bijvoorbeeld privésteps." Er zijn aldus zo’n 250 000 gebruikers van Dott binnen Brussel alleen al. Ongevallen gebeuren doorgaans bij de eerste kennismaking. Dus ze verminderen naarmate het systeem is ingeburgerd. Het is vergelijkbaar met fietsen. Deelsteps worden ook qua snelheid beperkt naargelang de zone. Bijvoorbeeld, op de voetgangerszone kan je maar 8km per uur rijden. Dat wordt via GPS beperkt. Daarom zijn accidenten met deelsteps zeldzamer dan met privésteps. En wat roekeloos rijgedrag betreft? Als er een deelstep betrokken is, zijn de gegevens via de operator door politie opvraagbaar. “Veiligheid zal wel een belangrijk punt blijven,” meent Carla Dejonghe, die mobiliteit opvolgt in het Brussels Parlement, “Maar micromobiliteit maakt integraal deel uit van slimme mobiliteit in de stad. Dat is verworven. Daar zal de overheid rekening mee moeten houden”.